Rozen snoeien

www.leersnoeien.nl

Wanneer rozen snoeien?

Rozen kun je het hele jaar door snoeien,  de afgestorven takken en uitgebloeide bloemen kunt u altijd verwijderen. 

Voor de jaarlijkse grote onderhoudsbeurt kunt u het beste de rozen gaan snoeien in het late voorjaar, Rozen kunnen namelijk vorstschade oplopen, en als u dan de rozen te vroeg snoeit op 3-4 ogen bestaat de kans dat door de vorst er 1-2 ogen afsterven en dat u er nog maar 1-2 ogen over hebt. Als u vroeg wilt snoeien houd hier dan rekening mee door 1-2 ogen extra over te houden bij het snoeien.

De rozen op de juiste manier snoeien

De rozen lopen uit op knoppen die makkelijk te herkennen zijn aan kleine verdikkingen aan de stengel en aan de littekens van de afgevallen rozenbladeren. Snoei altijd met een scherpe en schone snoeischaar, zodat u zo min mogelijk schade aan de rozen aan brengt, en snoei de roos dan een centimeter of 2 boven de knop schuin af, bij voorkeur bij een knop die naar buiten staat gericht, hier voorkomt u dat de rozenstruik dicht groeit. Snoei altijd de rozen schuin af zoals ik al had vermeld, maar zorg er wel voor dat het ten opzichte van de grond scheef staat zodat regenwater en dauw er van naar beneden kan lopen en er dus niet op blijft staan.

Op het moment dat u gaat snoeien is het ook een geschikte tijd om de rozen wat extra voeding te geven door er organische mest bij te voegen.

Een rozenboog (de charme er van)

Een sierlijke, met rozen overdekte boog is een fraai, oogstrelend element in elke  voortuin. Het is heel eenvoudig rozen langs een geschikte steun te leiden en te zorgen dat ze de hele zomer door een bloemenzee produceren.

Een rozenboog heet u welkom
Een rozenboog bij de ingang geeft een tuin iets sprookjesachtigs en nodigt de bezoeker uit er onderdoor te lopen en te genieten van de overheerlijke kleuren en geuren. Het duurt een paar jaar voordat het een fraai begroeide boog is, maar dan is een jaarlijkse opknapbeurt voldoende.
Bogen voor klimplanten zijn er van alle mogelijke materialen, zoals hout, smeedijzer en staal dat vaak is afgedekt met een kunstoflaag. Let er bij uw keuze op dat de boog stabiel is en sterk genoeg om niet onder het gewicht van de klimplanten te bezwijken. Een absolute vereiste is dat de boog in beton staat verankerd.
Meestal sieren klimrozen dergelijke bogen, maar clematis en kamperfoelie zijn eveneens uitstekend geschikt. Gebruik hier vooral geen sterk woekerende klimplanten voor, zoals Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), blauweregen (Wisteria) of pijpbloem (Aristolochia elegans), want die moet u voortdurend snoeien.
Klimplanten groeien alle recht omhoog naar het licht - zelfs nadat ze de top van de boog hebben bereikt. De bloemen ontwikkelen zich hoofdzakelijk in het bovenste gedeelte van de plant, maar door hem op de juiste wijze te verzorgen en te snoeien bereikt u een gelijkmatige verdeling van de bloemen over de gehele lengte van de boog.

Eik

Eik

Zomereik

• Kleur: heldergroen (blad)
• Hoogte: tot 30 m

Oude eiken zijn machtige, grote bomen met hun dikke stam en zware, knoestige takken. Vooral wanneer zo'n oude reus alleen in een weiland staat spreekt hij zeer tot de verbeelding.

De zomereik is de soort die men het meest in het Nederlandse landschap aantreft. De bast is aanvankelijk glad en begint pas na vijftien jaar diepe, verticale scheuren te vertonen. Het ontluikende blad is roodbruin, onregelmatig gelobt en met een zeer korte steel.

Amerikaanse eik

• Kleur: donkergroen (blad)
• Hoogte: tot 30 m

Ook dit wordt een reus van een boom (als men hem de ruimte geeft), met een brede, ronde kroon. Het blad is te onderscheiden van dat van de zomereik. Omdat het dieper ingesneden is en de lobben puntig toelopen. In de herfst wordt het prachtig oranjerood en wordt het vaak gebruikt in boeketten. De jonge exemplaren doen het beter dan andere eike-soorten in de schaduw. Ze hebben een kalkvrije bodem nodig, die echter niet zo rijk en vochtig hoeft te zijn.

Beuk

Beuk

• Bloeitijd: n.v.t.
• Kleur: paarsrood (blad)
• Hoogte: tot 30 m

De statige beuk is een boom die geknipt is voor ons klimaat. Hij houdt namelijk van matige winters, koele zomers, en veel regen. In oude parken, en langs oude wegen zal men de beuk altijd aantreffen, eenvoudig te herkennen tussen andere grote bomen aan zijn gladde stam. Met zijn vele kleine ovale blaadjes vormt de beuk een brede kroon. Beuken geven zoveel schaduw dat er geen planten meer onder kunnen groeien, maar toch zijn beukenbossen niet zo somber als bijvoorbeeld dennenbossen.

Azalea

www.de-tuin.com

Japanse Azalea (Azalea japonica)

• Bloeitijd: april-mei
• Kleur: rood, lila, rose, wit, oranjerood en blauw.
• Hoogte: 60-120 cm

De Japanse azalea komt voor in zowel bladverliezende als bladhoudende vorm. Men plant de heester in zure, vochtige grond op een beschutte plaats, vooral beschut tegen noorden en oostenwinden. Dit azalea type verdraagt zowel zon als halfschaduw, maar geen droogte. De grond dient men zuur te houden; hiertoe voegt men regelmatig turfmolm toe aan de grond, maar niet te dicht op de plant. De wortels zitten vrij dicht aan de oppervlakte. Jonge planten tegen vorst beschermen.

www.de-tuin.com

Azalea (azalea knaphill-exbury)

• Bloeitijd: mei-juni
• Kleur: wit, geel, rose, oranje en rood(bloem)
• Hoogte: tot 150 cm, bij een breedte tot 2 meter

De knaphill-exbury azalea's zijn sterker dan de Japanse. Ze bloeien later dan de meeste andere azalea's. maar, evenals de andere, verlangen zij vochtige, zure grond op een goed beschutte plek in halfschaduw. Men vermeerdert de azalea door stekken; de grond houdt men zuur door regelmatig turfmolm toe te voegen - deze is niet alleen zuur, maar houdt bovendien het water vast waardoor de wortels goed vochtig blijven. De knaphill-exbury azalea's hebben over het algemeen geurige bloemen.

Snoeien van heesters en bomen

Snoeien

Over het algemeen gesproken dient het snoeien ertoe om bomen of struiken in vorm te houden, letterlijk en figuurlijk. Het beïnvloedt de groei en bloei van de plant. We kunnen een struik er laag en dicht mee houden, vermijden dat er kale plekken in ontstaan en geven de plant er meer groeikracht door. Naarmate we meer snoeien zal de groeikracht sterker worden maar zal er in eerste instantie veel bloeihout verdwijnen. Vooral bij fruitbomen en bloeiende heesters is het daarom van belang om in de juiste mate te snoeien. Voor loofbomen, coniferen en hagen geldt vooral dat we snoei toepassen om de plant in model te houden. We nemen dode takken weg en snoeien om stakkigheid te voorkomen. Bij grotere takken dient u de snoeiwonden te behandelen met een teermiddel of speciaal hiervoor ontwikkelde afdekmiddel.

Mulchen en afdekken

www.leersnoeien.nl

Het afdekken van het grondoppervlak met organisch materiaal - het zogenoemde mulchen - of met anorganisch materiaal, zoals landbouwplastic, wordt meestal gedaan om de grond vochtig te houden of om de groei van ontkruid te voorkomen. De weekendtuinier kan er veel gemak van hebben, omdat hij minder hoeft te wieden en te besproeien. Een mulchlaag kunt u rond de aanwezige beplanting aanbrengen. Plastic doet zijn werk voordat er planten in de tuin worden gezet. Let er wel op dat de gebruikte mulch vrij is van eenjarig onkruid.
De beste tijd om de grond af te dekken is wanneer deze warm en voldoende vochtig is. Er is niets tegen om een mulchlaag bij warm weer aan te brengen, wanneer de bodem is droog gestoofd. Bedenk dat mulch en plastic een isolerende werking hebben: als u er een koude bodem mee afdekt, blijft deze koud, wat de plantengroei remt. Een laag losse, organische mulch kan na een maand of zes worden ondergespit.

Radicale onkruidbestrijding
Als u een tuingedeelte hebt dat volkomen door onkruid is overwoekerd, kunt u dit met een afdeklaag uitroeien. Gebruik hiervoor landbouplastic, een flinke laag kranten, of een oud stuk vloerbedekking of kleed.
Houd de afdeklaag op zijn plaats door deze aan de rand in een greppeltje onder te graven. Verwijder de afdeklaag pas na een jaar en spit direct daarna het tuingedeelte om. Op deze manier sterft zelfs het hardnekkigste onkruid door lichtgebrek.

Tips voor het mulchen

• Bedek de aarde in plantenbakken met een laagje kiezels of grind om het vocht vast te houden.
• Rondom een boom in het gazon moet u het gras uitsteken, want dit concurreert met de boomwortels. Bedek d ronde, kale plek met mulch of plastic.
• U komt gratis aan mulchmateriaal door tuinafval te recyclen. Grasmaaisel, versnipperd snoeiafval, bladaarde en tuincompost zijn hiervoor uitstekend geschikt.
• Mulchmateriaal is goedkoper als u er een grote hoeveelheid tegelijk van koopt.

Kruiden in potten

Hoewel veen keuken kruiden met minimale aandacht van de tuinier gemakkelijk buiten kunnen worden gekweekt, vragen juist enkele van de populairste en nuttigste kruiden een liefderijke verzorging. Basilicum is zo'n kruid. Het komt oorspronkelijk van het Indiase subcontinent, waar koude, natte zomers een onbekend verschijnsel zijn. In onze gematigde streken kan deze plant, als de temperatuur en bodemcondities niet goed zijn, van de kou bezwijken. U kunt hem dus het beste in een pot kweken, zodat u hem naar binnen kunt halen als het te koud wordt.
Basilicum is er in talloze variëteiten. Er is de donkere, paarsbladige basilicum, de kleinbladige 'Green Ruffles' en de Italiaanse basilicum, beroemd om zijn aroma. Probeer welke u het beste bevalt. Ze houden echter allemaal van een vochtige, goed afwaterende bodem, dus doe veel drainagemateriaal onderin de pot.



Projectplanner
Gereedschap en materiaal

• pot
• gravel, grind of potscherven
• potgrond
• water vasthoudende korrels
• langzaam oplossende mestkorrels
• gieter

1. Breng een laag drainagemateriaal op de bodem van de pot aan. Hiervoor kunt u onder andere gravel, grind of potscherven gebruiken.
2. Vul de pot met potgrond waar u, volgens de aanwijzingen op de verpakking, water vasthoudende korrels oplossende mestkorrels doorheen hebt gemengd.
3. Zet, voor een symmetrisch arrangement, de Italiaanse basilicum in het midden, omdat het de hoogste is, de paarsbladige aan voor en achterzijde en de Griekse links en rechts.
4. Geef overvloedig water. Haal de pot binnen als het kouder wordt (voor de vorst) en zet hem dan op een zonnige, tochtvrije plaats.